Bijzondere reisverhalen over het ongerepte Costa Rica
< Terug naar overzicht
Bijzondere reisverhalen over het ongerepte Costa Rica

Bijzondere reisverhalen over het ongerepte Costa Rica

We spreken reizgers Arnold, Mayke en Ilse die elkaar ontmoetten tijdens een Sawadee rondreis door Costa Rica. Ze vertellen ons over hun ervaringen in dit ongerepte land. De hoeveelheid natuurschoon die het Midden-Amerikaanse tropenstaatje voor hen uitrolde, overtrof zelfs hun stoutste verwachtingen. 'Het is gewoon de Veluwe keer honderdduizend.'

Eerste indruk van Costa Rica

'Ik had nog nooit met eigen ogen een oerwoud gezien', glimlacht Arnold. 'Het heeft altijd hoog op mijn to-dolijstje gestaan, maar ik was gewoon nog niet eerder buiten Europa geweest. Je bent in Costa Rica nauwelijks de hoofdstad San José uit of je ziet aan alle kanten jungle opdoemen.' 

Hij geeft een voorbeeld: 'Een van de eerste dagen maakten we een wandeltocht bij de vulkaan Arenal van meer dan 1600 meter hoog. We trokken naar een plek waar de jungle werd opengespleten door de prachtige waterval van La Fortuna. Ik zal nooit vergeten hoe ik me daar voelde. Achter me dat kraakheldere water dat met bakken naar beneden donderde. Voor me een reusachtige oerwoudwand van 200 meter hoog. En dan het besef van al die dieren die verscholen zaten tussen dat groen. Het klinkt misschien cliché, maar ik voelde me ineens zo nietig. Je krijgt zoveel ontzag voor die grootsheid van de natuur.' 

'Wasbeertjes, wurgslangen, vleermuizen, luiaards, brulapen, pijlgifkikkers, neusbeertjes, toekans, krokodillen, miereneters, schildpadden, haaien, we hebben ze allemaal gezien', somt Ilse op. 'Ze zijn alleen vaak heel goed gecamoufleerd, dus zonder het getrainde oog van een gids vallen ze niet altijd op. Voordat ik het vliegtuig instapte, had ik al wel een beeld van een land vol pure natuur. Maar puurder dan dit wordt het gewoon niet.'

Costa Rica kent 160 verschillende nationale parken

Costa Rica kent 160 nationale parken en natuurgebieden, maar het drietal hoeft geen seconde te twijfelen wat tussen al dat groen het mooiste - en meest ruige - stuk rimboe is. 'Corcovado is echt briljant', benadrukt Arnold 'over de 425 km² tellende wildernis op het afgelegen Osa-schiereiland. 'Het is dat de rest van het land ook al zo ontzettend mooi is, anders zou ik zeggen: vergeet al het andere van de reis en blijf drie weken in Corcovado. Alleen de boottocht naar de lodge waar we sliepen was al geweldig. Anderhalf uur tussen de golven op zee vanaf de rand van de bewoonde wereld.'

Mayke: 'De excursie naar La Sirena, een van de vier rangerstations in die eindeloze jungle, is een absolute aanrader. De bomen lijken er letterlijk tot in de hemel te groeien, je komt nauwelijks mensen tegen en de hoeveelheid dieren is zo groot dat je ze ook op eigen houtje prima kunt spotten. Het hoogtepunt was de tapir die in zee stond toen we terugliepen naar de boot. De kapitein was al naar ons aan het zwaaien en dan ineens zie je dat enorme zoogdier in de branding staan. Hij bleef even staan plassen, keek om zich heen en liep zo weer de jungle in. Dat was echt het œtoetje van de trip.'

'Ik heb eeuwig spijt dat ik niet ben meegegaan naar La Sirena', lacht Ilse. 'Maar gelukkig zaten we ook in een lodge midden in de wildernis. 's Nachts hoorde je het ene na het andere beest, 's ochtends werd je wakker met ara's op je dak en nog voor je bij het ontbijt was aangekomen slingerden de apen boven je hoofd.'

Costa Ricanen zijn Levensgenieters

'Corcovado was ook de plek waar we voor het eerst echt in contact kwamen met de Tico's (het koosnaampje van de Costa Ricanen)', benadrukt Ilse. 'De lodge werd gerund door een heel vrolijke familie en die gingen graag met je in gesprek. Dan merk je ook hoezeer de mensen gehecht zijn aan hun natuur.' Arnold: 'Bij La Fortuna zag ik ook een stelletje locals dat zich stond te vergapen aan een wandelende tak. Dat vond ik zo mooi. Dat je na al die jaren nog zo intens en dankbaar met de natuur bezig bent.' 

Ilse gaat verder: 'Je vindt in Costa Rica ook nergens afval op straat zoals op andere plekken in Latijns-Amerika.' Arnold: 'Het zijn gewoon pure levensgenieters. Dat zag je ook bij José, onze chauffeur. Wat een fantastische vent is dat! Als we via San José moesten rijden, ging hij hamburgers kopen voor zijn vrienden in de bergen. Kwamen we toeterend zo'n bergdorpje binnenrijden met een zak Big Macs uit het raampje.'

Elke dag is anders in Costa Rica

'Als je zo door het land reed, viel ook de diversiteit van het landschap op', vertelt Mayke. 'Het is allemaal groen, maar het is ook elke dag weer een beetje anders. Nevelbos, regenwoud, mangroves, moeras, begroeide vulkanen.'

Arnold gaat verder: 'Ik vond het dan ook echt een teleurstelling als we weer een plek aandeden in de bewoonde wereld. Je hebt echt zoiets van: drop mij maar weer lekker in de jungle.'

Mayke: 'Dat had ik ook bij het nationale park van Manuel Antonio. De natuur is er echt wel mooi, maar in het aangrenzende dorpje krioelt het van de toeristen. Dat vond ik wel een tegenvaller. Je komt toch voor de natuur naar Costa Rica. Ik zou het land aan iedereen aanraden, maar als je meer iemand bent van de steden- en cultuurvakanties, kun je beter ergens anders heen.' Ilse: 'Maar hoe kun je deze natuur nou niet mooi vinden?' Arnold: 'Precies! Ikzelf speel alweer met de gedachte om terug te gaan naar Costa Rica. Het is gewoon de Veluwe keer honderdduizend.'