Fietsvakantie Frankrijk - Aveyron

Je kunt zowel met eigen vervoer als met de fietsbus naar Millau reizen. Let op: Als je ervoor kiest om met eigen vervoer naar de startplek van deze reis te komen, zorg er dan voor dat je op ‘dag 1’ arriveert in Millau. Kies je voor de fietsbus, dan vertrek je één dag eerder dan de aangegeven vertrekdatum vanuit Nederland. En ben je één dag later, dan de terugkomst datum, weer terug in Nederland.

Je wordt in de loop van de dag verwacht op de camping in Millau. Je treft daar de reisbegeleiding en de overige deelnemers. Na aankomst op de camping kun je een bezoek brengen aan Millau, met zijn Place de Marechal in het pittoreske oude gedeelte, een archeologisch museum, kerken en terrasjes. Ook een bezoek aan het pottenbakkersdorp van La Graufesenque, iets buiten Millau, is de moeite waard. De stad met 21.000 inwoners ligt bij de samenvloeiing van de rivieren de Tarn en de Dourbie en is vooral bekend om zijn moderne viaduct.

Als opwarmertje voor deze vakantie maak je een mooi lusje bij Millau. Je start de dag met een lange klim naar de Causse Noir (causse = kalkhoogvlakte). Tijdens het eerste deel heb je een mooi uitzichten op de stad en zijn viaduct. Vervolgens fiets je in een bosrijke omgeving langs de grillige rotsen die zo typisch zijn voor deze streek. Na 17 kilometer kun je de afslag nemen naar het Parc de Loisirs Naturel de Montpellier le Vieux. In het recreatiepark kun je op verschillende manieren nog meer natuurschoon bewonderen. Je daalt daarna af naar La Roque Sainte Marguerite en krijgt opnieuw fantastische uitzichten voorgeschoteld. Het laatste stuk loopt door de Gorges de la Dourbie en ook daar is het wonderschoon. 
Je stijgt (en daalt) 625 meter.

De lange route blijft iets langer op de hoogvlakte. Je kunt de ruïne van het 12de-eeuwse klooster St Jean des Balmes bezoeken. Vervolgens keer je net als bij de korte route terug via La Roque Sainte Marguerite en de Gorges de la Dourbie. 
Je stijgt (en daalt) 816 meter.

Een relatief vlak traject brengt je door de vallei van de Tarn. Na 18 kilometer verlaat je de rivier en start er een 10 kilometer lange klim naar een hoogte van 875 meter. Je fietst hierbij op kleine wegen met mooie uitzichten op de valleien die bezaaid zijn met fruitbomen en wijnranken. Na de top gaat het nog wat op en neer en blijft het indrukwekkend mooi. Ten slotte daal je af naar de camping bij het pittoreske Sévérac le Château.
Je stijgt 722 meter en je daalt 402 meter.

De lange route blijft langer in de vallei van de Tarn. Bij Les Vignes verlaat je de rivier en start een pittige klim van 7 kilometer naar de Col de St Rome de Dolan (909 m). Via kleine wegen daal je af naar Sévérac le Château.

Je stijgt 849 meter en daalt 548 meter.

Bij Sévérac le Château ontspringt de rivier de Aveyron. Het kleine stadje met 2500 inwoners is echter vooral bekend om zijn op de heuveltop gelegen middeleeuwse cité met kasteel. Een mooie bestemming voor een rustige wandeling. Lekker genieten van het zwembad kan natuurlijk ook. Of doe alvast een van de drie rondritten die voor de volgende dag staan gepland.

De drie rondritten kennen dezelfde heerlijke ingrediënten: een heuvelachtig parcours, fietsvriendelijke wegen, weilanden, bos, rotsen en middeleeuwse dorpen. Kies je voor de kortste rit, dan ga je naar St Saturnin de Lenne. Het dorp huisvest een mooie kerk uit de 12de eeuw. Op de terugweg klim je naar de Col de Lagarde (810 m). In de afdaling heb je mooie uitzichten op het kasteel van Sévérac.
Je stijgt (en daalt) 570 meter.

De tweede variant gaat naar Vimenet, waar je de oude binnenstad kunt bewonderen. Een lange afdaling brengt je bij het levendige middeleeuwse stadje St Geniez d’Olt, dat aan de rivier de Lot ligt. Na een welverdiend terrasje gaat het via St Saturnin de Lenne en de Col de Lagarde naar Sévérac.
Je stijgt (en daalt) 930 meter.

Bij de langste variant ga je ook naar Vimenet en zijn oude binnenstad. Daarna fiets je naar het indrukwekkende kasteel van Galinières. Een lange afdaling met fantastische uitzichten brengt je bij het middeleeuwse stadje Ste Eulalie d’Olt. Via de rivier de Lot fietst je naar St Geniez d’Olt waar je kunt genieten van een terrasje. Via St Saturnin de Lenne en de Col de Lagarde keer je terug naar Sévérac.
Je stijgt (en daalt) 1135 meter.

Een erg mooie etappe op kleine wegen brengt je door het fantastisch heuvellandschap van het Parc Naturel Régional des Grands Causses. Na enkele korte klimmetjes start bij Recoules Prévinquières de 9 kilometer lange, maar niet zo steile klim naar een hoogte van 965 m. Vervolgens loopt de route langs gehuchtjes en blijft de weg wat op en neer gaan. De uitzichten zijn prachtig. Na de afdaling naar Ségur komen nog 2 korte klimmetjes voordat je arriveert bij het op 800 m hoogte gelegen Lac de Pareloup. Dit is een van de grootste stuwmeren van Frankrijk.
Je stijgt 832 meter en daalt 706 meter.

De langere etappe klimt 4 kilometer verder bij de eerste grote klim en gaat naar een top van 1005 m. Ook hier zijn er prachtige uitzichten op de lager gelegen vallei. Een mooie afdaling brengt je bij Laissac, waar je van een terrasje kunt genieten. Daarna gaat de weg zo’n 7 kilometer stijgen naar een hoogte van 900 m. Na de afdaling naar Ségur kom je op het traject van de kortere etappe.
Je stijgt 1140 meter en daalt 1016 meter.

Heerlijk zonnebaden op een van de stranden van het stuwmeer, zwemmen, misschien een boottochtje? Of een wandeling langs het water? Geniet van het Lac de Pareloup! Je kunt ook naar het dichtbij gelegen dorpje Canet-de-Salars. In het centrum zit een mooie kerk, een hotel-restaurant-bar en een klein winkeltje. Of kies gewoon een van de rondritten die voor de volgende dag op het programma staan.

De korte rondrit volgt een goed bewegwijzerde fietsroute rond het Lac de Pareloup. Je ziet het stuwmeer in zijn volle glorie. Af en toe is er een kort maar niet zo steil klimmetje. Halverwege, in St-Martin-des-Faux, kun je genieten van een terrasje.
Je stijgt (en daalt) 318 meter.

De lange route is een uitbreiding van het bewegwijzerde rondje. Je maakt een extra lus ten oosten van het meer. Je fietst daarbij op de vertrouwde kleine en fietsvriendelijke wegen. In het eerste deel zit een opeenvolging van korte klimmetjes. Kleine dorpjes, prachtige stukjes bos en mooie uitzichten op de weidse omgeving zijn de beloning. Uiteindelijk kom je in Salles Curan, waar je een terrasje kunt pakken voordat je je weg vervolgt over de bewegwijzerde route rond het stuwmeer.
Je stijgt (en daalt) 910 meter.

Kies je de korte route, dan ga je via kleine wegen langs tal van kleine dorpjes. De natuur is weer prachtig. Via het Lac de Bages fiets je naar Pont de Salars, waar je kunt genieten van een terrasje. Een stukje verder kun je een frisse duik nemen in het gelijknamige stuwmeer. Na het Lac de Pont de Salars volgt een 13 kilometer lange afdaling. Je hebt mooie uitzichten op Rodez en de weidse omgeving.
Je stijgt 523 meter en daalt 804 meter.

De langere route gaat via een korter traject naar de stuwmeren van Bages en Pont de Salars. Vervolgens start een 5 kilometer lange klim. Na een afdaling kom je in Laissac, waar je even bij kunt komen van de inspanningen. Smalle wegen voeren je daarna door de kleine dorpjes in de vallei van de Aveyron. Na 50 km krijgt je de eerste uitzichten op Rodez.
Je stijgt 863 meter en daalt 1140 meter.

De grote stad Rodez huisvest een prachtig historisch centrum, gelegen op een heuveltop. De kathedraal Notre Dame domineert de stad met zijn 87 meter hoge toren. Er zijn enkele goede musea (vooral het Musée Soulages is een aanrader).

Je kunt natuurlijk ook gaan fietsen. De rondritten zijn pittig. De kortste gaat naar de prachtige vallei van de Aveyron ten westen van Rodez. Via kleine wegen met af en toe een klimmetje kom je bij het stadje Moyrazès. Na een verdiend terras zoek je de rivier de Aveyron op. Na elke brug over de rivier (liefst drie) moet je aan de slag met een behoorlijk steile klim. Het laatste stukje naar Rodez loopt langs de rivier en is vlak.
Je stijgt (en daalt) 928 meter.

De langere versie doet er nog een schepje bovenop. Bij Moyrazès ga je via hele kleine weggetjes nog een stukje westelijker. Daarbij overschrijd je twee keer de Aveyron, gevolgd door - hoe kan het ook anders - een pittige klim. Je keert uiteindelijk terug in Moyrazès en volgt dan het traject van de kortere rondrit met nog drie bruggetjes over de Aveyron, plus bijbehorende steile klimmetjes.
Je stijgt (en daalt) 1481 meter.

Na het verlaten van de Rodez stijgt de weg langzaam tot aan Flavin. Een korte afdaling brengt je bij de rivier de Viaur. Vanaf hier loopt de route over smalle wegen. Je krijgt een opeenvolging van korte klimmetjes voorgeschoteld en fietst daarbij door een groene lappendeken, gecreëerd door landbouwpercelen die zijn afgebakend met haagjes of stukjes bos. De middeleeuws aandoende dorpjes zijn ook erg de moeite waard. De camping ligt wederom aan een prachtig stuwmeer, dit keer het Lac de Villefranche de Panat.
Je stijgt 814 en daalt 632 meter.

De lange etappe daalt na Comps la Grande Ville opnieuw af naar de vallei van de Viaur. Je gaat twee keer over de rivier, steeds gevolgd door een langere klim. Na het pittoreske Cassagnes Bégonhès krijg je een opeenvolging van klimmetjes en kom je in het uitzonderlijk mooie landschap waarvan al sprake was in de korte etappe.
Je stijgt 1445 en daalt 1261 meter.

Je kunt zwemmen in het stuwmeer of in het zwembad van de camping. Bij de 'Base à Voile' aan het meer kun je surfplanken en zeilbootjes huren. Op de camping is een boekje met wandelroutes verkrijgbaar. Aanrader is de wandeling met een bezoek aan de Tour de Deyrebrune (mooi uitzicht).

Je fietst rond het stuwmeer. Na een kort klimmetje daal je af tot in het dorp La Selve en fiets je door een meer open landschap. De vallei van de Tarn en de achterliggende bergen zijn erg mooi. De route voert je over hele kleine weggetjes. Er moet regelmatig wat geklommen worden.
Je stijgt (en daalt) 834 meter.

De lange rondrit gaat nog een stukje westelijker en daalt nog verder af. Dat betekent dus ook meer klimmen om weer bij de camping te komen. Op het keerpunt start een lange, onregelmatige klim (ruim 11 km) tot even voorbij Rullac. Je krijgt daarbij alweer prachtige uitzichten op de verder gelegen vallei van de Tarn. Ongelooflijk hoe ver je op een klare dag kunt kijken. Na de afdaling naar La Selve bevind je je op het traject van de kortere rondrit en moet je opnieuw klimmen.
Je stijgt (en daalt) 1227 meter.

De laatste etappe is een mooie afsluiting van deze prachtige reis. Al snel start een klim van 5 kilometer. Daarna volgt een lange en steile afdaling met fantastische uitzichten op de vallei van de Tarn. Vervolgens loopt de route langs de rivier tot bij de camping. In het eerste deel, bij de Gorges des Raspes du Tarn, zit er nog wat klimwerk maar daarna wordt het vlakker. Je fietst daarbij opnieuw op kleine en rustige wegen. Net voor het binnenrijden van Millau zie je het bekende viaduct.
Je stijgt 658 meter en daalt 1029 meter.

De langere etappe blijft nog wat langer in de heuvels. Je fietst op hele kleine wegen langs piepkleine dorpjes in een fantastisch landschap met fenomenale uitzichten op de valleien. Uiteindelijk daal je af naar de Tarn en loopt de route langs hetzelfde vlakke traject van de kortere etappe naar Millau.

Je stijgt 750 meter en daalt 1121 meter.

Na het ontbijt eindigt je fietsvakantie. De deelnemers die reizen met de fietsbus kunnen er nog een leuke dag van maken voor de bus 's avonds naar Nederland vertrekt.