Midden- en Zuid-Amerika , 21-03-18
‘Jullie bagage mag je in je hotelkamer laten staan, en neem enkel een rugzakje mee voor een dag. Een pyjama, warme kleding voor ’s avonds, want dan wordt het erg koud, en een boek als jullie willen. Je opladers mag je hier laten, want zoals jullie weten is er op het eiland geen stroom, dus geen licht en stopcontacten en ook geen warme douche morgenochtend!
Vandaag doen we het meest primitieve stukje van onze reis aan. We gaan het hoogst gelegen navigeerbare meer bezoeken ter wereld: Lago Titicaca. Een meer van meer dan 8000m2 oppervlakte op een hoogte van 3812 meter om precies te zijn. Een meer dat precies tussen Bolivia en Peru in ligt en weer krijgen we hier verschillende authentieke culturen van dichtbij te zien.
De eerste stop is op Uros. Het bekende rieteiland. Alles is van riet gemaakt. De huisjes, het gastfornuis, de boten en het mini-eilandje zelf. Elke familie heeft zijn eigen eiland. En, vind je je buren niet aardig? Dan is het makkelijk. Je haalt je anker uit het water, en vaart zo weg!
Tuurlijk, Uros, is een toeristische attractie, de families verkopen hun souveniers, gemaakt van -natuurlijk- riet graag aan ons, en de kinderen zingen hun eigen versie van ‘My Bonny is over the ocean’, als ze ons uitzwaaien als we weer met de boot verder gaan. Maar het is toch mooi om een kijkje te nemen in de gebruiken van een volk wat al honderden jaren op rieten eilandjes leeft, en hoewel de bewoonde en moderne wereld dankzij motorboten veel dichterbij is, toch nog in hun huizen van riet wonen.
Onze luxe boot die al heel wat meer gemakken heeft dan de rieten huisjes, gaat verder. De volwassenen in de groep, genieten van het zonnetje op hun gezicht, en de weidse uitzichten: overal waar je kijkt, zie je eilandjes en water. Je kan je echt niet voorstellen dat dit een meer is, het lijkt een grote mooie en -gelukkig voor ons-, gladde zee. De kids gaan echter liever verder met ons 31-kaartspelletje-toernooi. En zo arriveren we voor het weten bij het eiland Amantani, waar we overnachten. In die hele primitieve huisjes. Niet van riet, maar van adobe gemaakt. Maar toch, zonder elektriciteit, zonder warm water, waar gewoon op vuur wordt gekookt.
Alle gezinnen worden ondergebracht bij hun eigen eiland familie. Gewapend met een zaklantaarn ( voor de nachtelijke gang naar de wc) en een woordenlijst met daarbij zowel de woorden in het engels, spaans, en quecha, de taal van de bevolking hier, de families spreken namelijk geen Engels.
Maar voordat we met de gezinnen gaan koken en zullen slapen kunnen we de hoogste berg beklimmen voor een spectaculaire zonsondergang. De jongens vinden hun hoogtepunt ergens anders. Er is een voetbalveld, en jonge voetballertjes die op het eiland wonen. Terwijl wij de klim naar boven maken en met handschoenen aan en mutsen op, van die prachtige zonsondergang genieten, rennen de jongens op 3800 meter twee uur lang het voetbalveld rond. Ze zijn uitgeput, maar super gelukkig deze ervaring te hebben opgedaan. Het leukste vonden ze dat ze in gemengde teams speelden, en op die manier echt even onderdeel waren van de lokale cultuur.
Als ik ’s ochtends iedereen in de lokale kledij opgedoft voor de boot zie en vraag hoe het was, begint één familie hard te lachen. ‘Eh Kolja, je zei toch dat er geen stroom was enzo? Ik heb mijn telefoon gewoon opgeladen en we hebben Spaanse soap-series gekeken met de familie!’ Ik kijk ze verbaasd aan. De familie bleek te slapen bij de soort van burgemeester van het eiland. Die een iets luxer huis heeft met meer gemakken dan de rest van de mensen daar. De jongste deelnemer van onze reis met zijn twaalf jaar oud, vat het treffend samen: ‘Eigenlijk is de hele wereld hetzelfde. De burgemeester woont overal, altijd in het mooiste huis.’
(Wij gaan weer verder naar een volgend eiland, en daarna terug naar het vaste land. Peru zal nog vele hoogtepunten voor ons in petto hebben, maar als we op laatste dag op het vliegveld wachten op de vlucht terug naar Nederland is iedereen het er over eens dat de dag op het Titicaca meer degene was, waar ze de cultuur en de mensen van het dichtsbij hebben meegemaakt.)