Van de Veluwe naar Kenia en terug
< Terug naar overzicht
Van de Veluwe naar Kenia en terug

Van de Veluwe naar Kenia en terug

Al 15 jaar lang ben ik als reisbegeleider onderweg naar de mooiste bestemmingen. Vergezeld door enthousiaste reizigers, die graag alles over deze bijzondere plekken willen weten. 15 jaar lang. Tot nu. Opeens is alles anders. Zomaar, in een week tijd. Geen mooie Sawadee reizen meer tot wie weet wanneer. Geen gezelligheid van reizigers om me heen. Van duizenden kilometers per jaar tot niks in een verplichte corona sabbatical.

Nu heb ik het geluk dat ik aan de rand van de Veluwe woon, waar ik urenlang alleen en in alle rust kan wandelen. Tijdens deze omzwervingen dwalen mijn gedachten vaak af naar al die mooie reiservaringen. Zo ging ik ruim 11 jaar geleden samen met een vriendin kamperen in Kenia.

Mijn reisgezelschap had nog totaal geen Afrika ervaring en vond het in eerste instantie maar raar dat ze van mij niet verder dan een paar stappen van de tent, auto en het kampvuur af mocht. Onze eerste kampeerplek is in het Samburu National Park. Na wat formaliteiten bij de gate wordt ons verteld dat we onderweg een ranger moeten oppikken, die bij ons blijft als bewaking. We krijgen de naam van de campsite mee en de ranger zal op de vierde zandweg aan de linkerzijde op ons wachten. 

Vol goede moed gaan we op pad. Echter daar aangekomen, zien we geen ranger en ook bij de daarop volgende zandwegen vinden we hem niet. Tegen zessen zijn we weer terug bij de ingang van het park, maar de vriendelijke man bij de entree is nergens meer te bekennen. En nu…? Onderweg had ik een bordje zien staan met de tekst private campsite, deze is gelukkig snel gevonden. Er komt een jongeman op ons af, die vertelt dat we daar niet mogen blijven, maar dat hij wel even met ons mee gaat naar een andere overnachtingsplek. 

We rijden er naartoe, inspecteren de camping en nemen afscheid van de jongeman. We staan op het punt om onze spullen uit te pakken als er ineens een paar ogen oplichten in onze koplampen. Gevolgd door nog een paar, en nog een paar. Ik stop. Ik kijk. Leeuwen! Gaaf! We zien onze eerste leeuwen op deze reis. Snel slaat het enthousiasme om in realisme. Op de plek waar we onze tent wilden opzetten, zijn nu leeuwen bezig om een babyolifant in stukken te scheuren. Goed… dat wordt toch een andere overnachtingsplek zoeken.


We rijden door naar een veiligere plek en in de verte doemen ondertussen wat koplampen op. De rangers! Eenmaal gearriveerd krijg ik meteen op mijn donder van de grote baas. We mogen absoluut niet in het donker door het park rijden en moeten op de aangewezen plek overnachten. Met wat excuses en de uitleg dat dat eigenlijk niet zo’n strak plan is vanwege de leeuwen, bindt hij in. We krijgen de opdracht om hen te volgen en na een paar kilometer komen we aan op de volgende campsite.

De tent ligt nog niet uitgerold of er komt een hoop herrie vanuit de struiken achter ons. Afbrekende takken, gebrom en luid getrompetter. Olifanten! De rangers roepen lichtelijk in paniek dat we terug de auto in moeten. Het is de groep olifanten, die zojuist hebben gezien hoe de leeuwen er vandoor gingen met hun baby. Half in de stress en begrijpelijk half in rouw. Gelukkig is de woede en emotie van de olifanten niet tegen ons gericht. Na enkele minuten is de kudde vertrokken en mogen we de auto weer uit.

Uiteindelijk lukt het in de loop van de avond alsnog om de tent op te zetten. Een maaltje koken laten we maar schieten. Met de gedachte dat er een ranger buiten staat om ons te beschermen, lukt het uiteindelijk om te gaan slapen. Wat een avontuur om de eerste kampeer dag mee te beginnen. Mijn reisgenote zegt met een glimlach… ik begrijp nu waarom je zei dat ik maar een paar stappen van de tent, auto en het kampvuur af mocht. 

Ondertussen op de Veluwe komen mijn gedachten weer terug naar de huidige werkelijkheid. Terwijl ik de wind door het droge, gele gras zie waaien denk ik; mooi plekje voor een troep leeuwen en troost me met de wetenschap dat ik over een tijdje weer gewoon in Kenia kan zijn.